Westlands Roem
Westlandse druiven worden in de regio Westland al honderden jaren geteeld. Volgens de overlevering heeft Pastoor Franciscus Verburch, de eerste pastoor na de reformatie aangesteld in 1647 in Poeldijk, de druiventeelt in deze regio een handje geholpen. Hij zou goede contacten onderhouden met het Huis Honselaarsdijk te Honselersdijk, in die tijd het jachtslot van Frederik Hendrik van Oranje. In de kasteeltuinen werden tegen muren druiven gekweekt zoals in die tijd gebruikelijk was bij vele buitenplaatsen. Pastoor Verburch zou de tuinders in deze regio gestimuleerd hebben de druiventeelt op te pakken.
Rond 1716 maakte men hoofdzakelijk gebruik van vroege druivenrassen die niet gestookt werden en tegen muren opgroeiden. Deze druiven werden natuurdruiven genoemd.
In eerste instantie bleef de druiventeelt beperkt om pas in de 19e eeuw van grote betekenis te worden voor de regio Westland. In het begin van de 19e eeuw wordt in “Staten van Landbouw in het Koninkrijk Holland” voor de eerste maal het Westland genoemd als hét centrum voor de teelt van Westlandse tafeldruiven en de export hiervan naar Engeland.
Het werd interessant om druiven te telen wat aanleiding was tot verdere uitbreiding. Vanaf 1830 begon men de Westlandse druiven op grotere schaal te exporteren.
Van 1852 tot 1878 werden uitsluitend natuurdruiven geteeld voor de handel. De teelt van natuurdruiven was sterk afhankelijk van de weersomstandigheden waardoor de kwaliteit van de oogst erg onzeker was.
Er werden op het zuiden gerichte muren gebouwd, waardoor het gewas zoveel mogelijk van zon en warmte kon profiteren. Na 1850 begon men zogenaamde schietramen te gebruiken die tegen de muren geplaatst werden. Dit om de teelt wat makkelijker op gang te brengen, te beschermen en sneller te kunnen oogsten. Daarna kwamen de muurkassen en in 1888 werd de eerste druivenserre (kas met glas aan beide zijden) gebouwd.
In Nederland beschikte men tot 1880 over 180.000 strekkende meter aan druivenmuren en een aantal muurkassen. Na 1900 is de teelt van natuurdruiven geheel verdwenen. De grootste uitbreiding van het Westlands druivenareaal vond plaats in de twintiger jaren. De hoogste productie werd in 1936 bereikt, namelijk 22 miljoen kilo druiven. Westlandse druiven werden geëxporteerd naar Engeland, Zweden, Noorwegen, Duitsland en Ierland. Vanaf begin 20ste eeuw tot aan het einde van de tweede wereldoorlog was de druiventeelt de belangrijkste teelt in het Westland. Vele, vele kilo’s zijn door tuindershanden gegaan. Overal stonden de bekende glazen druivenserres en werd hard gewerkt met het hele gezin.
Westlandse tafeldruiven staan bekend om de mooie trosvorm en maagdelijke dauwlaag. En natuurlijk om de niet te evenaren rijke, zoete en sappige smaak. In sanatoria en ziekenhuizen kregen de patiënten Westlandse druiven. Het was toen al algemeen bekend dat dit fruit zo gezond is. Westlandse druiven groeien aan druivenbomen die in druivenserres zijn aangeplant. Deze authentieke druivenrassen moeten onder glas en kunnen niet buiten geteeld worden. Ze zijn zeer vatbaar voor schimmels.
Krenttijd
In de maand mei, wanneer er flink wat blad aan de bomen zit en de druiventrossen gebloeid hebben, begint de krenttijd. In de druivenserres wordt dan volop gekrent en is het spitsuur. De krenttijd is een belangrijke periode in het leven van de druiventuinder. Kinderen kregen vroeger in de krenttijd vrij van school! Wekenlang zitten de krenters op krenttrappen van s’ morgens vroeg tot laat in de avond. Krenten is het handmatig uitdunnen van de druiventrossen. Een tijdrovend en vakkundig werk. Maar zó kunnen de korrels uitgroeien tot de lekkerste en sappigste druiven.
Na de krenttijd groeien de druivenkorrels in rap tempo en begint het rijpingsproces. De kleur veranderd van lichtgroen naar prachtig donkerblauw, zacht geelgroen of lichtblauw, al naar gelang de druivensoort. Zo rond de derde week in augustus zijn de eerste druiven rijp.
Einde druiventeelt in Het Westland
Ná de tweede wereldoorlog was het druivenareaal gehalveerd. In de jaren rond 1950 / 1960 werd geprobeerd de Westlandse druiventeelt weer in haar oude glorie te herstellen. Er waren vele reclamecampagnes en grote druivenfeesten werden georganiseerd met druivenprinsessen en praalwagens om de Westlandse druiven te promoten. Echter door concurrentie uit bijvoorbeeld Griekenland en Italië, de zeer grote arbeidsintensiviteit van de Westlandse druiventeelt en het steeds meer overgaan op monoculturen (in de tuindersbedrijven) is de druiventeelt in de jaren ’80 nagenoeg verloren gegaan. Nu, in de eenentwintigste eeuw, worden in het Westland nog steeds Westlandse tafeldruiven geteeld, zij het op kleine schaal. Nog steeds op dezelfde manier, net zoals in 1888 de teelt begon in de eerste druivenserre. Alles handmatig met passie en geduld.
De druiventeelt in het Westland is van zeer groot economisch belang geweest voor de regio en heeft het Westland op de kaart gezet.
Relatiegeschenk of cadeautje? Denk eens aan druiven! Lekker, gezond, origineel, opvallend en in een prachtige verpakking. Verras uw familie, vrienden of klanten eens met een kistje heerlijke druiven!